Resultaten bekend van het onderzoek naar sociaal-economische positie van kunstenaars | Kunstenpunt

Het gros van de professioneel actieve bevolking heeft vandaag een vrij traditionele en stabiele loopbaan. De arbeidsmarkt van de kunsten vormt hierop een opvallende uitzondering; ze wordt gekenmerkt door een hoge mate van projectmatig werk, waarbij creaties op eigen initiatief en een aaneenschakeling van opdrachten van korte duur en bij verschillende opdrachtgevers de norm zijn.

De antwoorden van meer dan 2.700 kunstenaars op een online-enquête werpen een licht op de sociaal-economische realiteit van de kunstenaars in hun atypische arbeidsomgeving. De resultaten laten interessante verschillen zien tussen de onderzochte disciplines ‒ film, beeldende kunsten, literatuur, muziek en podiumkunsten. Maar er zijn ook algemene vaststellingen te maken.

Kunstenaars combineren diverse jobs en tonen zich ware ‘ondernemers’

Kunstenaars hebben in de regel verschillende jobs naast en na elkaar, binnen en buiten de kunsten, uit artistieke interesse en uit financiële noodzaak.Lesgeven is voor velen een belangrijke nevenactiviteit, naast hun artistieke werk. Ruim 40% van de beeldend kunstenaars en van de schrijvers en illustratoren heeft een niet-kunstgerelateerde job. Dit geldt ook voor ongeveer 30% van de muzikanten en componisten, 27% van de filmmakers en 25% van de podiumkunstenaars.

Kunstenaars zijn naast hun hoofddiscipline ook regelmatig actief in andere kunstdisciplines. Podiumkunstenaars wijken het vaakst uit naar andere kunstvormen: meer dan drie op de vier zijn ook actief in (vooral) beeldende kunst, muziek en film. Als ‘ondernemerschap’ staat voor het vermogen om de nodige middelen (mankracht, financiële en materiële middelen) te mobiliseren om eigen plannen te kunnen realiseren, tonen kunstenaars zich ware ondernemers.