This project should not necessarily be considered to be a group exhibition, but rather as a ‘cultural agglomeration’. For the artists were not gathered together for some or other external reason, but on the basis of a natural, historically developed relationship: connections, contacts and networks which already existed between them and their works of art. This will be one of the lines for special attention for the museum’s artistic policy: how the autonomy of art and contextualisation can go together.
via http://www.muhka.be/en/toont/event/62
—
Venlet nodigde tal van bevriende, in Brussel residerende kunstenaars uit waarmee hij een soort parallel mentaal en artistiek parcours aflegde. Wat in de selectie van Venlet opviel was de besliste keuze vooral bestaande werken van de uitgenodigde kunstenaars te tonen. Op die manier wist Venlet de discussie omtrent de problematiek van het in situ te omzeilen. De spiegelende muur met hier en daar deurtjes die toegang verleenden tot de ‘andere kant’ was natuurlijk niet vrij van metaforen. Het door de spiegel lopen naar een andere werkelijkheid (Alice in Wonderland) en de spiegelmuur als letterlijk een muur van reflectie waren de aanzet om te grasduinen achter die muur, waar het wel een opslagruimte leek. Het punt van kritiek op deze knap gemonteerde tentoonstelling is dat Venlet zich omringde met zijn, in zijn eigen woorden, culturele agglomeratie. Daardoor miste de tentoonstelling weerhaakjes en volgde als een kabbelend beekje een meanderende weg langs de ‘muur’ van het weliswaar compleet anders te ervaren museum.