Kunst, geschiedenis en sociologie, Gezichtspunten

Sociologen kunnen op verschillende manieren en om verschillende redenen in kunst geïnteresseerd zijn. Het kan zijn dat zij de kunstpraktijk en de kunst- en cultuurprodukten willen onderzoeken om hun maatschappijtheorie te toetsen of verder te ontwikkelen. Kunst is dan niet zozeer het eigenlijke object van onderzoek, maar vervult een voorbeeldfunctie. Zo was Max Weber in zijn monumentale cultuurvergelijkende studies geïnteresseerd in de ontwikkeling van de muziek in het kader van zijn rationaliseringstheorie en toonde Elias belangstelling voor kunst in het ontwerpen van zijn civilisatietheorie (Elias). Deze macrosociologische belangstelling voor kunst en cultuur komt ook heel duidelijk naar voren in de sociologische studies van de Frankfurter Schule (Adorno, Horkheimer, Benjamin, Marcuse) en in het werk van daarmee verwante auteurs zoals de voorloper Lukács en de generatie daarna, waartoe Habermas en Bürger kunnen worden gerekend (Bürger 1974 en 1978). Deze auteurs gaat het toch in de eerste plaats om de maatschappijkritische bijdrage van de kunst, in het bijzonder van de avant-garde, aan de bevrijding en de emancipatie van het subject uit de boeien van het kapitalistische onderdrukkingssysteem dat als resultaat werd gezien van een geperverteerd verlichtingsdenken (Adorno en Horkheimer). Ook Bourdieu plaatst zijn onderzoek naar kunst en cultuur in een meer omvattende vraagstelling. Zijn aandacht voor de culturele produktie en reproduktie, voor de culturele smaakverschillen tussen mensen en groepen van mensen staat in het teken van een meeromvattende analyse van de maatschappelijke ongelijkheid en de strijd en concurrentie tussen mensen om de eigen positie te verbeteren, te behouden of te [pagina 247][p. 247] versterken (Bourdieu 1979 en 1989). Een tweede overweging voor sociologen om zich met kunst bezig te houden kan zijn dat zij verwachten in de kunstprodukten goede bronnen aan te treffen voor de studie van samenlevingen of samenlevingsvormen uit het verleden. Schilderijen, tekeningen, beelden en literaire teksten bevatten dikwijls vele aanwijzingen over de manieren waarop mensen met elkaar omgingen en hun leven organiseerden. Dan is er tenslotte een traditie in de sociologie waarin kunst in de eerste plaats wordt bestudeerd als een wereld op zich, als een min of meer zelfstandige sector zoals dat ook het geval is met het onderwijs, de gezondheidszorg, de sport, de religie of de politiek. Ik beperk me hier tot deze laatste categorie van soorten aandacht van sociologen voor kunst.

Source: Hoofdstuk 7 Ton Bevers Kunst, geschiedenis en sociologie, Gezichtspunten, Marlite Halbertsma, Kitty Zijlmans – DBNL