KUNST EN LEVEN – Kunstsociologische benadering

Het kunstsociologisch perspectief

Sociologen kunnen op verschillende manieren en om verschillende redenen in kunst geïnteresseerd zijn. Het kan zijn dat zij de kunstpraktijk en de kunst- en cultuurprodukten willen onderzoeken om hun maatschappijtheorie te toetsen of verder te ontwikkelen.

Kunst is dan niet zozeer het eigenlijke object van onderzoek, maar vervult een voorbeeldfunctie. Het gaat om de maatschappijkritische bijdrage van de kunst, in het bijzonder van de avant-garde, aan de bevrijding en de emancipatie van het subject uit de boeien van het kapitalistische onderdrukkingssysteem.

Kern van de sociologische benaderingswijze is dat kunst in de sociale werkelijkheid tot stand komt, daar de sporen van draagt en daar sporen in achterlaat. Kunstenaars worden niet geboren, maar gevormd en opgeleid. Niemand zal het werk van een kunstenaar uitsluitend nog willen duiden als de vrucht van een bovennatuurlijke, goddelijke gave.

De genie-cultus ligt achter ons, waarin alle aandacht uitging naar de persoonlijkheid van de kunstenaar en de aard en kwaliteit van zijn kunstwerken uitsluitend werden gezien als diens louter persoonlijke verdienste Kunstwerken kunnen niet zonder toedoen van anderen gemaakt, gekend en gewaardeerd worden, dat wil zeggen, kunnen niet los worden gezien van de kortstondige en duurzame vormen van wisselwerking, de sociale figuraties, die gezamenlijk de kunstwereld kunnen worden genoemd.

Deze tot de instituties van de kunstwereld uitgegroeide vormen van wisselwerking zijn op hun beurt weer verstrengeld met andere maatschappelijke instituties. Kortom, kunstwerk, kunstenaar en kunstwereld zijn sociale fenomenen. Kunst is geen mysterie, maar een sociale constructie

Source: KUNST EN LEVEN – Kunstsociologische benadering