nederland: blur and blotch / Ann de Meester

Over de vermeende c***** in de (Nederlandse) kunst

Blur and blotch

De verbeten verbijstering

Ik ben zo overmoedig te stellen dat er geen sprake is van een c***** (crisis dus), noch in de kritiek, noch in de musea en al helemaal niet binnen de kunst zelf. Wat is er dan wel aan de hand ? Als er al sprake is van een algemene probleemstelling dan situeert die zich volgens mij in onze perceptie en conceptualisatie, de manier waarop wij het fenomeen actuele kunst benaderen en bekijken. Het probleem lijkt niet te liggen bij de ‘producenten’ of ‘transmitters’ maar wel bij de zogenaamde ‘receivers’. Het lijkt alsof er zowel bij het ‘grote publiek’ – ‘de mensen’ – als bij de zogenaamde incrowd – waarvoor we doorgaans de al even algemene en nietszeggende term ‘de kunstwereld’ hanteren – in veel gevallen een (lichte) vorm van verwarring of desoriëntatie heerst.

via nederland: blur and blotch.

I love art, you love art, we all love art, this is love

I Love Art, You Love Art, We All Love Art, This is Love. Een pamflet over de kunstwereld door Frank van de Veire

I am back from the death and on the way to the parting under the sound of the thousand cameras. Click click click…
Jan Fabre, Angel of Death

‘In de 21ste eeuw schreeuwt de kunst de slapers wakker.’ Deze zin staat op een kaart die een tijd geleden werd rondgestuurd door het SMAK, ondergetekend: Sas van Rouveroij, Eerste Schepen. Op de achterkant van de kaart een foto van het befaamde kunstenaarskoppel Abramovic en Ulay dat elkaar van heel dichtbij in het gezicht schreeuwt. De kaart richt zich ongetwijfeld niet tot degenen die nog wakker geschreeuwd moet worden, maar tot degenen die al wakker zijn. Alleen zij kunnen immers begrijpen dat ‘kunst de slapers wakker schreeuwt’. Al wie de kaart in de bus krijgt voelt zich meteen behoren tot de wakkeren die aan de kant van de kunst staan, niet tot degenen die tot op de dag van vandaag nog steeds niet wakker zijn en dus nog moeten worden wakker geschreeuwd. – Gelukkig dat wij al lang de wakkere vrienden van de kunst zijn. Gelukkig dat wij de kunst niet meer nodig hebben om te ontwaken. Wij zijn immers al wakker en de tijd dat wij ooit door de kunst werden wakker geschreeuwd is zo veraf dat wij er ons niets meer van kunnen herinneren. Maar wij houden toch nog van de ontroerende aanblik van al die mensen die staan aan te schuiven om door de kunst te worden wakker geschreeuwd en zich, de slaap uit de ogen wrijvend, langzaam aan braafjes bij ons voegen. Ze geven ons het warme gevoel dat kunst nodig is. Zij geven gestalte aan ons geloof in de kunst. Wij, de wakkeren, kijken elkaar vol verstandhouding aan. Neen, de kunst schreeuwt ons niet wakker, zij herinnert ons aan onze wakkerheid. Zij knipoogt naar ons en wij knipogen terug. Dat is wel een beetje een saaie boel, maar het vervult ons toch met tevredenheid. – ‘Wij hebben het geluk ontdekt, zeggen de laatste mensen, en knipogen.’ (Nietzsche, Zarathoestra)

Kritiek als fetisj, of: zolang we maar blijven praten

via www.kunstonline.info | levelOne | biblios | i love art, you love art, we all love art, this is love.

8WEEKLY: Kunst in crisis?

Jeremy Rifkin: “Het materiële heeft afgedaan. Niet goederen, maar concepten en ideeën zijn de werkelijk waardevolle artikelen in de nieuwe economie. Daardoor ontstaat een ander type mens.” Het lijken haast wel de woorden van een conceptueel kunstenaar uit de jaren zestig of zeventig, maar toch gesproken door een vooraanstaand econoom en tevens voorzitter van Foundation on Economic Trends. Rifkin stelt verder: “We leven in een wereld waarin de culturele sfeer in de commerciële sfeer is getrokken, en is gemodificeerd tot panklare culturele ervaringen, commerciële massaschouwspelen en massavermaak.

via 8WEEKLY: Kunst in crisis?.

Veire: Als in een donkere spiegel

Frank Vande Veire

De moderne filosofie heeft iets met kunst. Zowat alle belangrijke filosofen, te beginnen bij Kant, hebben zich intensief met kunst ingelaten. Van veertien van hen wordt de kunstopvatting uitvoerig uiteengezet. Het zijn: Kant, Schiller, Schelling, Hölderlin, Hegel, Nietzsche, Heidegger, Benjamin, Bataille, Adorno, Blanchot, Freud, Lacan en Derrida.

via Veire: Als in een donkere spiegel – Bestel dit boek.

Baudelaire in Cyberspace

‘Baudelaire in Cyberspace’ bundelt een tiental dialogen tussen filosoof Antoon Van den Braembussche (º1946) en beeldend kunstenaar Angelo Vermeulen (º1971), die alle voor een breed publiek bestemd zijn. Antoon Van den Braembussche – kind van de jaren zestig en al jaren actief als dichter – heeft als filosoof een bijzondere interesse in hedendaagse kunst en beeldcultuur. Angelo Vermeulen heeft een wetenschappelijke achtergrond als bioloog. Hij maakt in zijn kunstprojecten kruisbestuivingen tussen kunst en technologie en is daarnaast ook een fervent gamer. In een gedreven, meeslepend vraag- en antwoordspel wordt rijkelijk uit het verleden geput, gul vooruitgeblikt en naar hartelust in- en uitgezoomd. Op ongedwongen wijze flanerend en meanderend in het huidige landschap van kunst en digitale cultuur, geven zij langzaam in hun gemeenschappelijke zoektocht een eigentijdse en eigenzinnige visie prijs. Hierdoor wordt de onderlinge betrokkenheid duidelijk van heel verschillende actuele thema’s, zoals de verhouding tussen kunst en wetenschap, de malaise in de kunst, geweld in media, de filosofie van computer games, engagement en betrokkenheid, de esthetische ervaring en de kunst van het onzegbare.

via AngeloVermeulen.

Op dit moment zijn dialoog 1, 2 en 5 reeds downloadbaar. Ga naar de vault om de respectievelijke pdf-bestanden te downloaden.

Daniel Buren

http://www.vvork.com/wp-content/uploads/2009/01/picture-81.png

Daniel Buren born 25 March 1938 in Boulogne-Billancourt, Hauts-de-Seine is a French conceptual artist.In 1986 he created a 3,000 m² sculpture in the great courtyard of the Palais Royal, in Paris: “Les Deux Plateaux”, more commonly referred to as the “Colonnes de Buren” “Buren’s Columns”. This provoked an intense debate over the integration of contemporary art and historic buildings.

via Daniel Buren – Wikipedia, the free encyclopedia.

NAi Publishers: Open 11 Hybrid Space

Thanks to new wireless technologies (WIFI, GPS, RFID) and mobile media, public space is subject to drastic changes. It is being traversed by electronic infrastructures and networks, and alternative cultural and social domains are evolving, though often invisible from a conventional viewpoint. The traditional physical and social conditions of the public domain are being supplanted by zones, places and subcultures that transcend the local and interlink with translocal and global processes. The question is whether there are also new opportunities for the individual and for groups to act, participate and intervene publicly in this hybrid, seemingly flexible space. How do people appropriate the new public spaces? Where does the ‘public’ take place in this day and age? Who shapes and moulds it by devising spatial, cultural and political strategies?

via NAi Publishers: Open 11 Hybrid Space.

ctrl[space] : Rhetorics of Surveillance

Rhetorics of Surveillance

from Bentham to Big Brother

In 1785, the British philosopher Jeremy Bentham

(1748-1832), founder of the doctrine of Utilitarianism, began working on a plan for a model prison called the panopticon. The signature feature of this design was that every one of the individual jail cells could be seen from a central observation tower which, however, remained visually inscrutable to the prisoners. Since they could thus never know for sure whether they were being watched, but had to assume that they were, the fact of actual observation was replaced by the possibility of being watched. As a rationalist, Bentham assumed that this would lead the delinquents to refrain from misbehaving, since in order to avoid punishment, they would effectively internalize the disciplinary gaze. Indeed, Bentham considered the panoptic arrangement, whereby power operates by means of the spatial design itself, as a real contribution to the education of man, in the spirit of the Enlightenment.

via ctrl[space] : Rhetorics of Surveillance.

Richard Rorty

Richard McKay Rorty (October 4, 1931 – June 8, 2007) was an American philosopher. He had a long and diverse academic career, including positions as Stuart Professor of Philosophy at Princeton, Kenan Professor of Humanities at the University of Virginia, and Professor of Comparative Literature at Stanford University. His complex intellectual background gave him a comprehensive and nuanced understanding of the analytic tradition in philosophy he would later famously reject. The philosophical program he developed included a rejection of a representationalist account of knowledge, a concept he referred to as a “mirror of nature” and which he saw as a holdover from Platonism. In response to this tradition, which he saw embodied by analytic philosophy, Rorty developed a novel form of pragmatism incorporating both contingency and naturalism. For Rorty, this brand of philosophy is always tied to the notion of “social hope,” that without the ideas of representation and other concepts standing in the way between the mind and the world, human society would be more free. His best known book is Philosophy and the Mirror of Nature (1979).

via Richard Rorty – Wikipedia, the free encyclopedia.